The standard wallpaper of Windows XP is without a doubt the most distributed and most viewed photograph ever.
‘Bliss’, default wallpaper of Windows XP. Photographer: Charles O’Rear
The name of the photo is Bliss, however Dutch users of XP may have noticed that the wallpaper is called ‘Ierland’ in their version. Understandably, we have since then come to see this as a typical Irish landscape.
You have probably never given it a second thought, but this photo has a maker. His name is Charles O’Rear, an Irish name confirming our assumption the photo is taken in Ireland.
Charles O’Rear took this picture 1996 and sold it a couple of years later to Corbis, the stock photo company owned by Microsoft. I could not find out how much he was paid for it, but I doubt if it was more than a couple of hundred dollars. Too bad for him, because had he entered a royalty-deal of one 1 cent per sold XP-license, his bank account would now show a figure of at least 4 million dollar.
However. This photo was not taken in Ireland, but in Napa Valley, California, USA, not far from O’Rear’s residence. And indeed, as it now begins to dawn on us, ignorance is bliss, O’Rear is not an Irishman, O’Rear is a born American.
Once I found that out, I became curious about what we are really looking at in this picture and what the photographer saw around him. My idyllic idea about this place was that he could have pointed his camera in any direction and still get the same picture. I have lived in the west of Ireland for two years myself and where I lived this actually was the case – except maybe for the fact that the skies were grey more often than blue.
But this illusion was shattered too. In the first place by the picture below, made by the artist collective Goldin+Senneby in January of 2006, form the exacgt same point of view as O’Rear. Not only the weather conditions were quite different from the original photo. The soil had been cutivated and was turned into a vineyard. Quite appropriate, considering that O’Rear made his living primarily out of photobooks on wine.
After Microsoft. Remake of Bliss in 2006, by Goldin+Senneby
That left me with one question. How does the rest of the scenery in this place actually look? What do we see left and right of the photographer, and behind him?
Google Streetview brings us the answers. Below are four pictures taken by Nine Eyes, the camera on top of the Google cars that collect streetviews. This camera rises high above the care, giving a total different angle of the scenery in front of us. And the rest of the scenery is, well, less blissful than I thought it would be.
By the way, the coordinates of this place are 38.248966, -122.410269. In case you ant to have a look for yourself.
Bliss by Google StreetviewBliss. What the photographer saw at his right hand side.Bliss. What the photographer saw to his left.Bliss. What could be seen behind the photographer.
Update August 29: turns out the photographer actually did earn a nice sum with the photo. Read all about it on NapaValleyRegister.com.
In de lobby van het hippe citizenM in Rotterdam hangt een wandgrote foto die meteen bekend voorkomt.
Hotellobby citizenM Rotterdam
Als wannabee fotokenner is het dan niet goed te verkroppen dat de naam van de fotograaf niet direct bovenkomt. Walker Evans? Nee. Te rommelig. Paul Strand? Te nieuw.
Dan Google maar te hulp geroepen. Een kleine uitsnede van bovenstaande foto en de zoekmachine weet genoeg. Dit is een echte George Michael.
George Michael, Listen without prejudice
Vanaf daar is het eenvoudig. Dit is een beeld van de beroemde straatfotograaf Weegee.
Weegee nam deze foto op een warme zomerdag in 1940, op het strand van Coney Island. Wat een hoop mensen, dacht ik ook, maar New York is groot en in 1940 was er niet veel ander vermaak.
Weegee, Coney Island Beach 1940
Blijf ik alleen nog met de vraag zitten of ik het beeld herkende als foto van Weegee of als CD van George Michael.
Stelling: bij elk schilderij is een remake in de fotografie te vinden. En dan bedoel ik niet het bewuste werk van fotokunstenaars als Jeff Wall, maar gewoon, per ongeluk tot stand gekomen. Je moet het zien.
Je zit soms met van die vragen die net zo nutteloos als leuk zijn om te beantwoorden. (Meestal zijn ze al beantwoord, zoals internet makkelijk maakt om na te gaan.)
Een vraag die alweer een tijdje geleden bij mij opkwam: welke min of meer bekende popliedjes gaan over fotografie? Of in welke liedjes speelt fotografie een belangrijke rol?
Eerst in mijn eigen muziekverzameling gezocht. Allereerst naar alle liedjes met photo, photograph, picture, camera, flash, etc. in de titel. Dan krijg ik dit overzichtelijke lijstje:
Pictures of You – The Cure
Picture on the Wall – John Mayall and the Bluesbreakers
Send a Picture of Mother – Johnny Cash
Picture of my Hair – Scram C Baby
Photograph – Arcade Fire
Photographic – Depeche Mode
Photograph – Jamie Cullum
Camera – Editors
Flashbulb Eyes – Arcade Fire
Sure Shot – Beastie Boys
Library Pictures – Arctic Monkeys
Ook maar eens in de Wikipedia gekeken, het lijkt wel of die voor elk onderwerp, hoe obscuur ook, een ingang heeft. En ja hoor.
Mooi om te zien dat menselijke redacteuren het beter doen dan een simpele zoekactie op fotografie-gerelateerde woorden. ‘Kevin Carter’ zit in mijn muziekverzameling, maar om die fotograaf er uit te vissen, moet de praktische toepassing van kunstmatige intelligentie nog flink wat stappen zetten.
De definitie van ‘eigen’ is natuurlijk nogal diffuus geworden als je een Spotify-account heb. Alleen al een zoekactie op photo levert hier honderden, misschien wel duizenden songtitles op. Helaas geeft Spotify geen aantallen bij zijn zoekresultaten, dus ik moet het antwoord op de vraag hoevéél dan?! schuldig blijven.
Eerste scherm van vele met de resultaten van de Spotify zoekactie met “photo”
En dan nog: het onderwerp staat niet altijd in de titel. Met alles wat Google kan, zou ik graag een zoekmachine hebben die door mijn mp3-verzameling kan zoeken naar de teksten van de liedjes die daar gezongen worden. Dan zou Paul Simon’s The boy in the bubble in het eerste lijstje ook gevonden zijn.
Soms is een voetbalwedstrijd zo slecht dat je maar beter foto’s kunt gaan bekijken. In de aanloop naar de wedstrijd Nederland-Turkije zag ik een recente elftalfoto van Oranje. Elftalfoto’s heb je in twee soorten: de officiële groepsfoto’s die eens per zoveel tijd gemaakt worden, en die strikt genomen geen elftalfoto’s zijn omdat de hele selectie en de complete staf erop staan. Over die foto’s heb ik het nu niet. Ik heb het over de tweede categorie: de foto’s die net voor de wedstrijd gemaakt worden.
De foto die ik zag was deze.
Elftalfoto Oranje voor de wedstrijd tegen Kazachstan 2014
Ik vroeg me af sinds wanneer de foto’s zo gemaakt worden. Die eerste rij is toch geen ponem? Het is net of die jongens zitten te kakken, of dat althans heel nodig moeten. In 2009 was dat ook al zo, getuige deze foto.
Oranje in 2009
En dat terwijl in ons collectieve geheugen de elftalfoto er ongeveer zo uit moet zien: een informeel neergezet groepje mannen. Altijd twee rijtjes, achterste rij armen over elkaar, voorste rij op de hurken. Armen over elkaar is op deze rij facultatief. De keeper staat op de achterste rij, meestal aan de buitenkant, maar in ieder geval nooit in het midden. Er ligt -eveneens optioneel- een bal op de voorgrond.
Oranje in 1978
Zo hoort een elftalfoto te zijn. Hoewel het handiger zou zijn geweest als er maar één fotograaf was, of dat ze anders dichter bij elkaar waren gaan staan. Nu kijken de voetballers verschillende kanten op en dat levert een rommelig beeld op.
En kijk eens naar Rob Rensenbrink: die heeft een handje nodig om zijn evenwicht te bewaren, anders zou hij omkukelen. Vreemd voor een topsporter. Maar hij is niet de enige.
Van Hanegem deed het in 1972:
Oranje in 1972
Van Aerle in 1988:
Oranje op het EK 1988
(Hee, hier heeft alleen de keeper de armen nog over elkaar.)
Witschge (Richard) in 1996:
Oranje in 1996
(U dacht dat Oranje alleen in 1988 een lelijk shirt had?)
Kennelijk is dat van die armen over elkaar slechts een fase geweest, die opgevolgd is door de fase handen op de rug. De huidige fase is die van armen om elkaars schouder.
Jonk in 1998:
Oranje in 1998
Bij uitzondering mocht de reservebank hier ook op de foto. De Goeij hadden ze niet verteld dat de armen-over-elkaar fase voorbij was.
In 1967 deden ze het slimmer: toen steunden ze gewoon op de bal:
Oranje in 1967
Nu we bij de zwart-wit foto’s zijn aangekomen, kan ik u de elftalfoto van de allereerste interland van Oranje, uit tegen België in 1905, niet onthouden. Toen werden er voor de spelers op de eerste rij nog stoelen aangesleept.
Eerste elftalfoto Nederlands Elftal, 1905
Leuk allemaal, maar nu hebben we nog geen antwoord op de vraag waarom de voorste rij er tegenwoordig zo ongelukkig bij zit/staat? Is dat omdat iemand heeft bedacht dat je dan een compactere foto krijgt? Of dat we dan minder lelijke knieën zien? Of is het omdat anders dat handje erbij moet om te voorkomen dat ze omtuimelen?
Overigens hebben de jongens van Jong Oranje een geheel eigen pose. Als schildknapen zitten ze geknield met één knie op de grond en één knie naar voren.
Jong Oranje in 2009
Jong Oranje in 2013
Oranje Onder 19
Maar wacht even, dat is het natuurlijk. Als de jonge spelers de schildknapen zijn, dan zijn de spelers in het echte Oranje de ridders. Die pose van hen moet uitbeelden dat ze op een paard zitten.
Ik wilde iets schrijven over the Moment Case, een Kickstarter project dat een echt fototoestel van je iPhone wil maken, maar toen vandaag collega Sebastiaan met de Google Cardboard aan kwam zetten had ik een beter onderwerp.
Google Cardboard (basis variant). Foto (c) Google.
Wat een idee. Na de fancy, dure (en mislukte) Google Glasses komt Google met een radicaal andere aanpak. Je bouwt deze low cost variant op Oculus Rift en (deels) Microsoft Hololens zelf. Uit een stuk karton. De bouwplaat is gewoon te downloaden. Oh ja, je hebt wel een smartphone nodig als beeldscherm en voor de rekenkracht. En voor de apps. Meesterzet. Er zijn er meteen al tientallen te vinden. Een fraaie muziekvideo van Jack White voorop.
Maar ik zat te denken. Met Google Cardboard kunnen we de aloude Stereofoto weer in ere herstellen. 175 jaar geleden al bedacht, 120 jaar geleden al toegepast (getuige onderstaande foto) en in de vorige eeuw in de fotografie een normaal verschijnsel.
The Indian Puebla of La Guna, New Mexico. By Appleton Stereo Photo Co. Ca. 1900.
Ik wil wedden dat er heel binnenkort apps verschijnen die van je smartphone een stereofototoestel maken. De foto’s bekijk je vervolgens met Cardboard op diezelfde phone. Er zijn al genoeg apps waarmee je 3D-foto’s (want zo heten stereofoto’s tegenwoordig) kunt maken, maar dan heb je twee lenzen nodig of moet je twee bijna dezelfde foto’s maken. De uitdaging wordt dus om de app zo te maken dat je maar één keer hoeft af te drukken, ondanks het feit dat je camera maar één lens heeft. Dat moet lukken.
Ik wilde iets schrijven over Alec Soth (“My name is Alec Soth (rhymes with ‘both’). I live in Minnesota. I like to take pictures and make books“), maar toen ik een beetje onderzoek deed vond ik een veel interessantere Amerikaanse fotograaf: Stephen Shore.
Geboren in 1947 maakt hij al 58 jaar Eggleston-achtige foto’s van Amerikaanse landschappen, stadslandschappen en mensen.
Hij was kind aan huis in Andy Warhols the Factory maar dat is niet zo relevant voor dit verhaal. Belangrijker is zijn gebruik van en geëxperimenteer met kleur. Kijk maar; en let op de jaartallen.
Stephen Shore. Second Street, Ashland, Wisconsin, July 9, 1973
Stephen Shore, Golden Nugget (27 June, 1978), Las Vegas, Nevada, USA
Stephen Shore, Room 509, Dnipro Hotel, July 2012
Ik had nog niet van hem gehoord maar mijn favoriete fotografen Andreas Gursky en Martin Parr noemen hem als hun inspiratiebron.
Als je hun werk bekijkt, begrijp je waarom.
Ik weet niet of de term a writer’s writer of a musician’s musician in de fotografie gebruikt wordt, maar we mogen Stephen Shore met recht a photographer’s photographer noemen.
(Verder viel me op dat hij al lang geleden, zonder smartphone, foto’s maakte van het eten dat voor hem stond – wat nu op social media niet meer is weg te denken.)
Raw File, de fotografieblog van Wired, komt vandaag met een bericht over Metagramme. Op deze site kun je je foto’s van Instagram laten samenvoegen tot één nieuwe foto. Niet als collage, maar als foto’s die over elkaar heengelegd worden. In hun eigen woorden:
Metagramme lets you merge your images into a single result.
Think of it like a collage but with all the images stacked on top of each other; as images are added to the stack, the details all get merged together.
The result is a an averaged result of the stack.
Metagramme van Converse
Hee, dat komt bekend voor. Doet Corinne Vionnet dat niet? Maar dan handmatig? Yep, lees hier maar.
Corinne Vionnet – Bruxelles
En kun je het niet met je eigen foto’s doen met behulp van de collage-functie in Google’s Picasa? Yep, lees hier maar. Ik heb die mogelijkheid gisteren (echt gisteren) nog gebruikt om een profielfoto te maken voor mijn account op het nieuwe sociale medium Ello.
230 x JW
Dus wat voegt Metagramme toe? Niet heel veel. Of het moet zijn dat je ook een samenstelling kunt laten maken op basis van een hashtag. Dan krijg je dit als je #car invoert (goed kijken).
Metagramme gegenereerd met #car
Maar in de meeste gevallen krijg je een weinig interessante, laat staan betekenisvolle kleurenbrij.
Naschrift: Ik zie het (nog niet te gebruiken) Flickr-logo ook op de site van Metagramme staan. Als dat actief wordt, zal er een andere wereld aan mogelijkheden opengaan.
Ik heb het niet zo op manifesten. Mensen die beginselverklaringen afgeven moet je wantrouwen. Maar toen ik onlangs het gedicht Zelfkant van Simon Vestdijk las, dacht ik: dit leest als een beschrijving van het fotografiegenre waar ik het meest van houd.
Vervang in het laatste vers ‘gedicht’ door ‘fotografie’ en je snapt wat ik bedoel.
Zelfkant
Ik houd het meest van de halfland’lijkheid:
Van vage weidewinden die met lijnen
Vol wasgoed spelen; van fabrieksterreinen
Waar tussen arm’lijk gras de lorrie rijdt,
Bevracht met het geheim der dokspoorlijnen.
Want ‘k weet, er is waar men het leven slijt
En toch niet leeft, zwervend meer eenzaamheid
Te vinden dan in bergen of ravijnen.
De walm van stoomtram en van blekerij
Of van de ovens waar men schelpen brandt
Is meer dan thijmgeur aanstichter van dromen,
En ’t zwarte kalf in ’t weitje aan de rand
Wordt door een onverhoopt gedicht bevrijd
En in één beeld met sintels opgenomen.
Lijken deze twee foto’s op elkaar? Dat lijkt me wel duidelijk. Maar waarin verschillen ze?
Cover. Photo by Juul Hondius. 2010
Man asleep on the Golden Mile, Durban, South Africa. Photo by Michelle Sank
In het trappenhuis van het Museum Boijmans van Beuningen in Rotterdam hangen een paar opvallende foto’s. Ze zijn van Juul Hondius, die ook de bovenste foto ‘Cover’ maakte.
Plastic. Photo by Juul Hondius. 2001
Bus. Photo by Juul Hondius, 2001
Als je er voor het eerst langsloopt denk je: dit zijn documentaire foto’s die op de World Press Photo tentoonstelling niet zouden misstaan. Maar dan denk je: wacht even, ik ben in een museum. Wat moeten nieuwsfoto’s hier? Die moeten hier inderdaad niets. De foto’s van Juul Hondius zijn geënsceneerd. En dat is het grootste verschil met de tweede foto, die van Michelle Sank. Die is ‘echt’. (Voor zover we kunnen nagaan.)
Kijk je anders naar de foto’s van Hondius als je weet dat ze geënsceneerd zijn? Dat we geen arme mensen zien, maar betaalde modellen? Dat het geen vluchtelingen of daklozen zijn, maar dat deze mensen na de shoot gewoon naar huis of het café gaan? Natuurlijk. Het maakt het contrast met de echte armen, vluchtelingen of daklozen alleen maar groter. Zowel de foto van Michelle Sank, die haar trouwens een prijs van €50.000 en een hoop kritiek opleverde, als de foto’s van Juul Hondius bekijken we anders nu we deze contextuele kennis hebben.
UN-Defender. Photo by Juul Hondius. 2000
Canal. Photo by Juul Hondius. 2000
Ons begrip van, en onze waardering voor foto’s wordt voor een groot deel bepaald door de tekst op het kaartje dat erbij hangt.
Niet zelden wordt een goed verhaal verpest door extreem suffe foto’s. Zonde. Besteed je zoveel tijd aan de tekst, doe je jezelf tekort met totaal nietszeggende, clichématige beelden. Je kent ze wel. Altijd weer die net iets te gladde stockfoto’s, high-key in de belichting, in een kantooromgeving en vaak net iets té geposeerd. Ze zijn bedoeld om het artikel te verluchtigen maar vaak wekken ze ergernis. Stockfoto’s zijn kortom de liftmuziek van de beeldkunst.
Foto door Mohamed Muha (licentie: CC Naamsvermelding-GelijkdDelen)
En dat terwijl er letterlijk miljarden beelden op het internet voor het oprapen liggen. Veel daarvan zijn bagger, maar dan blijven er nog altijd miljoenen goede en bruikbare beelden over. Beelden waar je niets voor hoeft te betalen, als je weet wat je doet en waar je moet zoeken.
Ik help je graag op weg in de wereld van kosteloze beelden. In dit artikel leg ik om te beginnen uit welke type bronnen er zijn, hoe het zit met licenties en gebruiksrecht en welke kosten er aan verbonden zijn.
Gratis is niet hetzelfde als rechtenvrij
Om te beginnen is gratis niet hetzelfde als rechtenvrij. Het is veilig om er vanuit te gaan dat de rechten altijd bij de maker van de beelden blijft. En dat je die maker altijd de credits geeft, dat wil zeggen dat je zijn of haar naam als auteursrechthouder bij de foto noemt.
Dan blijven er twee vragen over: wanneer moet je toestemming vragen en wanneer moet je betalen? Beide antwoorden hangen af van het licentiemodel.
Vraag de maker dus om toestemming en de voorwaarden. Veel van dit beeldmateriaal wordt overigens door tussenhandelaren aangeboden. Stockfotosites zijn daar de bekendste van. Je kunt ze zien als de combinatie van agent en marktplaats voor fotografen die hun beelden aanbieden.
Over een claim valt te onderhandelen
Sommige daarvan bewaken de rechten van hun deelnemers met verve. Dit heb ik vorig jaar zelf ontdekt toen ik een email van GettyImages kreeg, met een claim van €580 voor het gebruik van een foto op onze website. Het ging om een afbeelding van postzegelformaat van een paar kleurige verfpotten, wat we bij een nieuwsberichtje hadden geplaatst. Het fotootje was inderdaad van het internet geplukt, al twee jaar eerder. Ik geloof niet dat het nieuwsbericht nog veel gelezen werd. Ik heb als volgt op de claim gereageerd:
Om te beginnen heb ik de foto direct verwijderd. Daarmee is de overtreding niet ongedaan gemaakt, dus ik heb ook gelijk een e-mail aan GettyImages geschreven waarin ik hun rechten erkende, maar de hoogte van de afkoopsom bestreed. Ik gaf aan dat het beeld erg klein was en op een nauwelijks gelezen pagina stond. Ik bood aan de helft van hun bedrag te betalen.
Mijn bod werd per kerende post geaccepteerd, dus ik denk eigenlijk dat er nog wat meer te onderhandelen viel. Maar de les uit dit verhaal: gebruik geen beeldmateriaal waarvan je niet zeker weet hoe de rechten geregeld zijn, en als je dat wel weet: houd je dan aan de voorschriften. Niet voor niets heeft GettyImages als motto: The internet is not a free self service.
Waar komt een beeld vandaan?
Er wordt op het internet zo veel gekopiëerd, geknipt en geplakt dat niet altijd duidelijk is waar een afbeelding vandaag komt. Soms staat het in de metadata van een foto. Die kun je zien door in een fotoviewer, bijvoorbeeld de standaard Windows Viewer, de properties op te vragen. In de EXIF- of IPTC-data die je dan te zien krijgt, staat een veld Copyright Notice en een veld Usage RightsNotice. Helaas zijn die velden bij doorgekopieerde en bewerkte foto’s vaak leeg.
In dat geval kun je via zogeheten ‘reverse image search’ de bron van de foto achterhalen. TinEye is na het uploaden van een foto alle vindplaatsen laten zien. Maar je kan het ook gewoon met Google Afbeeldingen doen. Ook daar kun je ook een foto uploaden om de vindplaatsen te zien te krijgen. Hier krijg je er vaak meer te zien dan bij TinEye. Google zou Google niet zijn als ze niet ook meteen aangeven wat het waarschijnlijke onderwerp van de foto is, en waar je er meer informatie over kunt vinden.
Creative Commons
Maar je kunt jezelf ook al die moeite besparen. Er is voldoende beeld te vinden waar je niet voor hoeft te betalen en je geen zorgen hoeft te maken over de rechten. Veel fotografen verspreiden hun beelden tegenwoordig onder een gemeenschappelijk licentiemodel dat Creative Commons (CC) heet.
Dit model, dat niet alleen fotografen maar bijvoorbeeld ook muzikanten en filmmakers gebruiken, is bedacht om het voor creativelingen makkelijker te maken om hun werk verspreid te krijgen, zonder ingewikkelde auteursrechtenkwesties. Zoals CC het zelf op zijn site formuleert: “Met een Creative Commons licentie behoud je al je rechten, maar geef je aan anderen toestemming om je werk te verspreiden, met anderen te delen of bij sommige licenties ook om het werk te bewerken.”
De Creative Commons licentie kent zes niveaus, van ‘je mag er alles mee als je de maker maar noemt’ tot ‘je mag het gebruiken, maar je moet de maker melden, je mag het niet veranderen en je mag er geen geld aan verdienen’.
Combinaties van vier iconen maken duidelijk welke voorwaarden gelden (de teksten bij de iconen zijn van Creative Commons):
Naamsvermelding. Je staat anderen toe om het werk waar jij auteursrecht op hebt te kopiëren, distribueren, vertonen, en op te voeren, en om afgeleid materiaal te maken dat op jouw werk gebaseerd is – maar uitsluitend als jij vermeld wordt als maker.
Niet-commercieel. Anderen mogen je werk kopiëren, vertonen, distribueren en opvoeren, alsmede materiaal wat op jouw werk gebaseerd is, mits niet voor commerciële doeleinden.
GeenAfgeleideWerken. Anderen mogen je werk kopiëren, distribueren, vertonen en opvoeren mits het werk in de originele staat blijft. Het is niet toegestaan dat anderen jouw werk gebruiken als basis voor nieuw materiaal.
GelijkDelen. Je staat anderen toe om van jouw werk afgeleid materiaal te maken onder de voorwaarde dat zij het onder dezelfde licentie vrijgeven als het originele werk.
Deze vier iconen komen in zes combinaties voor. Soms worden de iconen niet gebruikt, maar alleen de (enigszins cryptische) omschrijving. Onderstaande tabel erbij maakt duidelijk wat ze bedoelen:
Op de webiste van Flickr zijn de licenties uitgebreider en in gewonemensentaal uitgelegd. Ook dit artikel in Wikipedia legt het goed uit. De officiële licenties inclusief de kleine lettertjes vind je hier.
En als je zelf beelden maakt en verspreidt: op de site van Creative Commons is een handige tool te vinden waarmee je makkelijk kunt bepalen welke licentie voor jouw van toepassing is.
Public Domain
Naast moderne beelden die onder Creative Commons zijn geplaatst, is er nog een grote categorie van interessante beelden waarvan de auteursrechten vervallen zijn. Dit zijn beelden waarvan de maker langer dan 70 jaar dood is. Daarna komen deze in het publieke domein terecht. Zulke afbeeldingen zijn vaak inhoudelijk extra interessant (hier in het tweede artikel meer over).
Overigens bestaat er naast het recht van de maker van het beeld ook nog de rechten van de geportertreerde en/of de maker van het geportretteerde (in geval van bijvoorbeeld een foto van een kunstwerk). Dus ook als de foto zelf onder CC is uitgebracht, ben je in die gevallen niet alijd zeker dat je het beeld zomaar mag gebruiken.
Er is meer ingewikkelde materie, maar daar zou dit artikel te lang door worden. Maar nog één tip: in het geval van afbeeldingen van bekende mensen en kunstwerken, kun je maar beter toestemming vragen. Better safe than sorry!