Categories
Documentaire fotografie Fotografen Landschapsfotografie Straatfotografie

Stephen Shore – photographer’s photographer

Ik wilde iets schrijven over Alec Soth (“My name is Alec Soth (rhymes with ‘both’). I live in Minnesota. I like to take pictures and make books“), maar toen ik een beetje onderzoek deed vond ik een veel interessantere Amerikaanse fotograaf: Stephen Shore.

Geboren in 1947 maakt hij al 58 jaar Eggleston-achtige foto’s van Amerikaanse landschappen, stadslandschappen en mensen.
Hij was kind aan huis in Andy Warhols the Factory maar dat is niet zo relevant voor dit verhaal. Belangrijker is zijn gebruik van en geëxperimenteer met kleur. Kijk maar; en let op de jaartallen.

Stephen Shore. Second Street, Ashland, Wisconsin, July 9, 1973
Stephen Shore. Second Street, Ashland, Wisconsin, July 9, 1973
Stephen Shore, Golden Nugget (27 June, 1978), Las Vegas, Nevada, USA
Stephen Shore, Golden Nugget (27 June, 1978), Las Vegas, Nevada, USA
Stephen Shore, Room 509, Dnipro Hotel, July 2012
Stephen Shore, Room 509, Dnipro Hotel, July 2012

Ik had nog niet van hem gehoord maar mijn favoriete fotografen Andreas Gursky en Martin Parr noemen hem als hun inspiratiebron.
Als je hun werk bekijkt, begrijp je waarom.

Ik weet niet of de term a writer’s writer of a musician’s musician in de fotografie gebruikt wordt, maar we mogen Stephen Shore met recht a photographer’s photographer noemen.

(Verder viel me op dat hij al lang geleden, zonder smartphone, foto’s maakte van het eten dat voor hem stond – wat nu op social media niet meer is weg te denken.)

Sample of food photography by Stephen Shore.
Sample of food photography by Stephen Shore.
Categories
Amateurfotografie Fotografen Fotografie

De Duurste Foto Allertijden

Vorige maand werd er een foto van Adreas Gursky, een van mijn favoriete fotografen, verkocht voor 4,3 miljoen dollar, ongeveer 3,2 miljoen euro. Daarmee is het voor dit moment de duurste foto allertijden. Het gaat om deze foto:

Rhine II, Andreas Gursky, 1999

Onmiddellijk ontbrandde een stevige discussie over de vraag wat die foto zo bijzonder maakt dat iemand er meer dan 3 miljoen euro voor neertelt. Verschillende verklaringen werden aangevoerd.

Het onderwerp, de majestueuze Rijn, zou veel mensen aanspreken. De manier waarop Gursky hem hier in beeld heeft gebracht is bovendien uniek. De afmetingen van het schilderij, twee bij drieënhalve meter, zouden daar nog imponerend veel aan toevoegen.

En, niet onbelangrijk, Gursky is sowieso een fotograaf die de wind in de zeilen heeft. Dit tweeluik staat ook al jaren in de top-3 van duurstbetaalde foto’s:

99 cent II, diptychon, Andreas Gursky

Zoals de Nederlandse Wikipedia het uitdrukt: “Zijn werk is zo in trek, dat verzamelaars en musea hem bijna de foto’s uit de handen rukken.”

Ik kan niet goed inschatten of deze foto dit bedrag waard is — ik heb daarvoor onvoldoende kennis van fotografie als kunstvorm en nog minder van de kunstmarkt.  Er zijn vast vergelijkbare foto’s in hetzelfde genre die nog geen fractie van die 3,2 miljoen euro opleveren . Ik denk dat prijsvorming in de kunst sowieso niet helemaal uit objectieve maatstaven volgt, laat staan in de immature, turbulente, laagdrempelige wereld van de fotografie.

Iemand, een kunstredacteur nota bene,  stelde de vraag hoeveel Ferrari’s erbij geleverd werden. Niemand vraagt zich ooit af waarom een Ferrari een kwart miljoen moet kosten. Voetballers met een prijskaartje van boven de 100 miljoen staan misschien tijdelijk ter discussie, maar dat middelmatige spelers makkelijk 10 miljoen opleveren stoort niemand meer.

Om een betere vergelijking te maken: dat een schilderij tientallen miljoenen oplevert, vindt niemand abnormaal. Integendeel, in deze onzekere tijden zien we dat als een betrouwbare investering. In de top-10 van duurste schilderijen allertijden staat er geen enkele van onder de 100 miljoen.

Hoe dan ook lijkt mij het goede nieuws achter koopprijs dat fotografie ook als kunstvorm volwassen aan het worden is.

Andreas Gursky
Categories
Fotografie

Dat Kan Mijn Kleine Zusje Ook!

Als kunst agressie oproept, is dat vooral bij kunst die veel geld kost of waarvoor veel betaald wordt. We merken dat in Nederland aan de bezuinigingsplannen van het nieuwe kabinet, maar we zijn er niet uniek in.

De British Journal of Photography kende een paar weken geleden een International Photography Award toe aan deze foto:

 

Foto van winnares Michelle Sank: Man asleep on the Golden Mile, Durban, South Africa

 

Dit leidde tot een heftige stroom reacties. In het beste geval werd de keuze ter discussie gesteld, maar de meeste reacties zijn minder subtiel: ‘a joke’, ‘April fool’, ‘a hoax’ en ‘rubbish’.

Een andere categorie opmerkingen over de foto: ‘I could do that’, of  beter nog: ‘Any tourist could have taken that picture’. In Nederland luidt de veelgebruikte variant van deze uitpraak: dat kan mijn nichtje, mijn buurjongetje, mijn kleine zusje, een kleuter, de Jostiband ook.

Het helpt te bedenken dat de hoofdprijs €50.000 is.

Ik ben vorig jaar ook op onbegrip gestuit, toen ik met onderstaande foto een Rotterdams fotoprijs ter grootte van €1.500 won. De organisatoren van de wedstrijd, weliswaar beleefd, gaven toe dat ze hadden moeten ‘wennen aan de keuze van de professionele jury’,  die ze ‘uiteraard niet ter discussie stelden’. Ook andere inzenders, fotografen dus, zag ik fronsen.

 

Squash Wall -- 1e prijs vakjury in Rotterdamse fotowedstrijd met thema Still Moving

 

Volgens verschillende lijstjes op het web is dit de duurste foto aller tijden.

 

Andreas Gursky - 99 cent II, diptychon

 

Ik kan het niet helemaal controleren, de sites die het lijstje hebben gepubliceerd lijken elkaar te kopiëren, maar als we aannemen dat Wikipedia op dit punt klopt, dan is deze foto ooit van eigenaar verwisseld voor zo’n $ 3,3 miljoen. De reacties die dat oproept zijn van de agressieve soort waar je van schrikt. Maar ook de redelijker reacties geven blijk van totaal onbegrip.

Ik kan niet goed inschatten of de foto dit bedrag waard is — ik heb daarvoor onvoldoende kennis van fotografie als kunstvorm en nog minder van de kunstmarkt.  Er zijn vast betere foto’s in hetzelfde genre die nog geen fractie opleveren van die 3 miljoen. Ik denk dat prijsvorming in de kunst sowieso niet helemaal uit objectieve maatstaven volgt, laat staan in de immature, turbulente, laagdrempelige wereld van de fotografie. Willem Diepraam hield daarover  een lezenswaardig, maar enigszins gedateerd en niet helemaal overtuigend betoog.

Wat ik wel weet is dit. Zodra je iemand hoort zeggen: Dat kan iedereen! heb je een goede kans met echte kunst van doen te hebben. Terwijl kreten als ‘amazing’, ‘stunning’, etc. je argwanend moeten maken. Het zit erin dat je dan met een truukje te maken hebt. Een bewerkelijke misschien, maar een truc. En juist daarvoor geldt dat iedereen zich die met weinig moeite kan eigen maken. De hausse in HDR-fotografie is daar de beste illustratie van.

Goede kunst ziet er bedrieglijk  makkelijk uit. Dat geldt voor schilderkunst, voor muziek, voor literatuur. Echt goede foto’s zien er bedrieglijk eenvoudig uit. Maar ze zijn het tegendeel. Het enige juiste antwoord op de reactie: Everyone could have taken that photo! luidt dan ook: But they didn’t!

Categories
Fotogenres Fotografen

Over Fotografen

Mijn lijstje van de 5 beste fotografen:

  • Richard Avedon
  • Massimo Vitali
  • Andreas Gursky
  • Hans van der Meer
  • Misha de Ridder

Het lijstje staat in willekeurige volgorde, op Richard Avedon na.

Richard Avedon. De grootste. Iedere fotograaf moet zijn werk bestuderen, ook al werk je in heel andere genres. Avedon is de man die je leert wat kijken is: voor, tijdens én na de fotosessie. Niet voor niets prijkt een uitspraak van hem op dit blog.

Richard Avedon. Billy Curry, drifter, Interstate 40, Yukon, Oklahoma, 6/16/80

Massimo Vitali. Zoekplaten, dat zijn het. Zijn foto’s worden op metersgrote en -brede afdrukken tentoongesteld. Je staat ervoor en je moet deze foto’s wel diepgaand bestuderen. In feite zijn het tegelijk honderden kleine foto’s, en je schakelt voortdurend heen en weer tussen het overzicht en de details. Ik houd van dit soort composities die je tegelijk naar binnentrekken en op afstand houden.

Het plaatje hieronder doet daar volstrekt geen recht aan, maar geeft in ieder geval een idee. Kijk op zijn eigen site voor een iets beter beeld van wat ik bedoel.

Massimo Vitali.
Massimo Vitali. Picnic Allee.

Andreas Gursky is directe afstammeling van De Stijl, mijn favoriete kunstroming en  naamgever van mijn eigen fotosite Stijlfoto.nl. In sommige foto’s zie je Piet Mondriaan letterlijk doorschemeren:

Andreas Gursky – Architecture

Ook in meer registrerende foto’s zie je het naar abstractie neigende lijnenspel terug. Dat maakt zijn foto’s spannend.

Andrea Gursky – Sha Tin (1994)

Hans van der Meer. Hoe serieuze fotografie humorvol kan zijn. Niet lollig, geen vette knipogen, geen gulle lach, maar een subtiele glimlach, zonder ironie of laat staan sarcasme.

Hans van der Meer, Europese Velden
Hans van der Meer, Europese Velden

Zijn registratie van voetbalwedstrijden zijn ongeëvenaard. In feite zijn het hybride foto’s: mengvormen van landschappen en portretten. Op die manier bewaart hij de context, die in hedendaagse sportfotografie zo vaak wordt weggelaten. Zijn foto’s leveren behalve prachtige composities (let ook op zijn werkwijze: eerst wordt de camera zo opgesteld dat er een  mooie landschapscompositie ontstaat, daarna wacht hij tot de mensen in beeld een interessante opstelling hebben en drukt hij af) ook intrigerende zoekplaten op. Je blijft nieuwe dingen zien. Daarin is hij verwant aan Massimo Vitali.

Misha de Ridder. Licht, geometrie en abstractie. De Ridder onderzoekt wat de essentie van een (stads)landschap is. Hij gaat daarbij zover dat er bijna abstracte schilderijen ontstaan. Bijna, want je ziet nog goed wat het voorstelt, en daardoor wordt het besef van waar je naar staat te kijken opeens veel groter. Het ligt misschien niet zo voor de hand, maar ik zie daarin verwantschap met  fotografen als Rodtsjenko.

Voor mij kan De Ridders werk niet overgewaardeerd worden.

Misha de Ridder, Bergwald, 2009, C-print, 200x170 cm
Misha de Ridder, Bergwald, 2009, C-print, 200×170 cm